Een duivels Schots ei

De eierbal groeide in Groningen de laatste jaren uit tot een hype. Er is een heuse fanshop voor de snack, Aaierbal.nl. Zelfs is er een Eierbal Festival opgetuigd. Het Genootschap Ambachtelijke Grunneger Aaierbal slaagde er drie jaar geleden in de eierbal te laten bombarderen tot cultureel erfgoed. Daarmee is het de eerste frituursnack die deze eer ten deel valt.

De eierbal viert in Groningen volgend jaar zijn 70-jarig jubileum. Volgens eierbalwatchers was het automatiek Sloots in de Martinistad die hem begin 1951 als eerste verkocht. Andere automatieken en cafetaria’s volgden snel. De van oudsher bekende cafetaria Succes, anno 1946, werd beroemd vanwege haar eierballen. Tegenwoordig onderscheidt in Groningen onder meer De Paardenschuur zich met de snack; de cafetaria experimenteert er volop mee.

Hardgekookt ei als kern

De oorspronkelijke eierbal heeft een hard gekookt ei als kern. Daarom heen zit een laagje vlees- of kerrieragout. Vervolgens wordt de eierbal gepaneerd en gefrituurd. Vegeleken met andere frituursnacks, is een bijzonderheid dat de eierbal zich niet laat invriezen. Hij wordt dus alleen vers verkocht. Varianten met stukjes ei, zoals het friet-ei, kunnen wel de diepvries in.

Inspiratie in Londen

Het lijdt geen twijfel dat de eierbal is geïnspireerd op het Britse gerecht Scotch eggs, dat al voorkomt in oude kookboeken. Scotch eggs, ook wel bekend als Egg Devil ofwel eiduivel, zou in Londen al rond 1730 geserveerd zijn. De receptuur is grofweg hetzelfde als die van de Groningse eierbal; hard gekookt ei, gerold in een papje op basis van vlees, omhuld met broodkruimels en frituren maar. In Nederlandse en Belgische kookboeken komen recepten voor eierbal-achtige snacks trouwens ook voor onder de naam “vogelnestje”.

Hoewel ik in de stad Groningen opgroeide, at ik in mijn jeugd nooit een eierbal. Dat kwam er pas een jaar of tien geleden voor het eerst van. Het genoegen tussen mij en de eierbal kwam eerlijk gezegd niet van twee kanten.

 

Ubel Zuiderveld
Foodservicewatcher, vakdeskundige in de consumptie buitenshuis. Sinds 1991 publiceert hij bovendien boeken en artikelen over de frituurcultuur.