Fish & chips, typical British?

Zoals alles tegenwoordig, polariseert patates frites soms ook. In Engeland woedde in recente jaren een felle discussie over de vraag hoe Brits het nationale frietgerecht fish & chips nou eigenlijk is.

Door Ubel Zuiderveld, foto Shutterstock

In de zomer van 2014 schrijft de Britse premier David Cameron een artikel over de Britse waarden. Hij omschrijft waarden als “geloof in vrijheid, tolerantie jegens anderen, de acceptatie van persoonlijke en sociale verantwoordelijkheid, het respecteren en naleven van wettelijke regels…” Volgens Cameron zijn ze net zo Brits als de nationale vlag, voetbal en… fish & chips.”

Joseph Malin

Maatschappelijke organisaties uit allerlei hoeken en gaten reageren als door een wesp gestoken. Zo zijn er die oordelen dat tolerantie, vrijheid en gelijkheid soms ver te zoeken is en zéker geen typisch Britse waarden zijn. Maar ook de nationale Britse dis fish & chips wordt volop in het maatschappelijk debat betrokken. Fijntjes wijzen sommigen erop, dat het vermoedelijk de Oost-Europese Jood Joseph Malin is die in 1860 als eerste in Londen gefrituurde friet en moten gebakken en gepaneerd witvis verkoopt in Londen. Hoewel in broodkruimels gebakken vis al zeker sinds de zestiende eeuw bestaat, is Malin volgens de overlevering de eerste die de gebakken vis mét friet verkoopt als streetfoodmaaltijd.

Nationaal gerecht

Aantoonbaar is in elk geval dat het vooral Joodse en immigranten in Engeland zijn die zich al vroeg bezighouden met de verkoop van fish & chips. In enkele decennia groeit het uit tot een favoriet gerecht van Engeland, Schotland, Wales en omstreken. In de jaren 1920 worden wekelijks al tientallen miljoenen porties verkocht. Aan het einde van het decennium beschrijft een Amerikaanse journalist reeds dat het gerecht fish & chips in Engeland een status heeft die vergelijkbaar is met de liefde voor de hotdog in de VS.

Vijand van het volk

Publicaties over de Joodse herkomst van fish & chips leidden trouwens al tien jaar voor Cameron’s artikel tot verhitte taferelen. De Pakistaans-Britse expert Panikos Panayi, die later een boek over Britse bakvis en friet zal publiceren, krijgt er flink van langs als er in de media verhalen verschijnen over zijn onderzoek. Zijn naam komt zelfs terecht op een platform van neo-nazi’s. Omdat hij de Joodse wortels van hét Britse gerecht bij uitstek benoemt, wordt hij gebombardeerd tot “vijand van het volk”.

Enfin, aardappelen voor friet komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. En wie de Nederlandse snackvitrine in ogenschouw neemt, kan moeilijk ontkennen dat het een multiculture smeltkroes is. Een journalist van opinieweekblad schreef er niet voor niks ooit een uitgebreid artikel over met als kop “Vet verbroedert”.